met een verrassende vanille-twist

Deze appeltaart is al jaren een succes. Op 11 jarige leeftijd bakte ik voor het eerst appeltaart. In de loop der jaren is het recept verfijnd en verbeterd. Deze appeltaart is bij ons een must bij elke verjaardag. 

Wat maakt deze appeltaart zo speciaal? 
Deze versie is met bruine basterdsuiker en speculaaskruiden. De bruine basterdsuiker geeft het deeg een  warmere, karamelachtige smaak en maakt het deeg smeuïger. De eerste keer gebruikte ik het omdat de kristalsuiker op was. Daarna heb ik nooit meer andere suiker gebruikt.

Speculaaskruiden zijn bijzonder omdat ze een warme, kruidige diepte aan baksels geven — die typische “gezellige” geur en smaak die meteen aan herfst en winter doet denken.

Hier is wat ze zo speciaal maakt:

1. De unieke combinatie van kruiden
Speculaaskruiden zijn een mix van:

  • Kaneel (de basis — warm en zoet),

  • Kruidnagel (vol en een tikje scherp),

  • Nootmuskaat (zacht en aromatisch),

  • Gember (fris en licht pittig),

  • Vaak ook witte peper, kardemom of piment (voor extra diepte).

Deze combinatie zorgt voor een vol, kruidig aroma dat zowel zoetigheid als warmte toevoegt aan gebak.

2. Sfeermaker bij uitstek
De geur van speculaaskruiden roept meteen een gevoel van gezelligheid en huiselijkheid op — denk aan Sinterklaas, koude dagen, en versgebakken koekjes of taart.

De combinatie van bruine basterdsuiker en speculaaskruiden geeft een diepe, volle smaak en een mooi goudbruin korstje, precies zoals een ouderwetse appeltaart hoort te zijn.

 

Maar dat is nog niet alles. In het "officiële recept" wordt custardpoeder aan de appels toegevoegd. Dit neemt het vocht van de appels op en voorkomt een zompige bodem. Het nadeel hiervan is dat er klontjes tussen de appels kunnen komen. Ik heb een truck bedacht om eenvoudig het overtollige vocht uit de appels te halen. De custard is dan niet meer nodig. Omdat vanille wel heel erg lekker is, wil ik die smaak graag houden. Ik maak daarom een soort van banketbakkersroom en doe die op de bodem. Het standaardrecept van banketbakkersroom is te nat, wat een zompige bodem geeft. Dit recept werkt veel droger en neemt zelfs nog overtollig vocht uit de appels op.

Eerst volgt een stap voor stap uitleg over de bereiding. Daarna volgt de samenvatting, handig om tijdens het bakken terug te lezen

Stap voor stap uitleg

Voor wie denkt, o jee dat is allemaal wel heel veel werk. In deze stap voor stap uitleg geef ik ook aan hoe lang het van te voren klaar gemaakt kan worden en hoeveel tijd het kost. Zo kun je eenvoudig de werkzaamheden zoals we in Limburg zeggen tussen de 'soep en de patatten door' inplannen en verras ook jij de visite met een heerlijk ruikende eigen gebakken taart. 

Het deeg

Het deeg bestaat uit de volgende ingrediënten:

  • 300 gram bloem: uiteraard onmisbaar voor de structuur

  • 1 zakje bakpoeder: dit maakt het deeg minder zwaar
  • 125 gram koude boter: zorgt voor een kruimelige textuur

  • 120 gram bruine suiker: voor de karamel smaak 

  • 1 ei: belangrijk voor de binding van het deeg en het maakt het deeg luchtiger
  • 1 theelepel speculaaskruiden: maakt het geheel kruidig en geeft die onmiskenbare herfst/winter smaak.

Bereiding:

  • Doe de bakpoeder in een kom en druk eventuele klontjes fijn met de achterkant van een lepel. Als je dat niet meteen doet, mengt de bakpoeder niet goed met het meel. Dan krijg je van die bittere, witte bolletjes in het deeg. Dat ziet er niet alleen vreemd uit, het bederft ook de smaak. Zonde van al je werk, terwijl het maar een minuutje extra kost om de klontjes eruit te halen.

  • Voeg aan de bakpoeder de bloem, bruine basterdsuiker, speculaaskruiden in een kom. Deze werkwijze zie je in bijna alle Amerikaanse recepten. Het zorgt voor een goede verdeling van de ingrediënten. Gebruik hiervoor een metalen lepel. Schraap met de lepel over de bodem van de kom om de bakpoeder goed met het meel te mengen. 

  • Voeg de boter en toe en kneed met koele handen of met een mixer tot een kruimelig mengsel.

  • Breek het ei erboven en kneed verder tot een soepel deeg.

Vorm een bal, wikkel in folie en laat minstens 30 minuten rusten in de koelkast. Die 30 minuten is echt de minimale tijd. Laat het deeg bij voorkeur langer rusten. Ik plan het werk bij voorkeur in meerder stappen. Zo maak ik het deeg bij voorkeur voor het eten klaar en ga na het eten verder. Heb ik die dat weinig tijd, dan maak ik het een dag tot een week van te voren klaar. In de koelkast blijft het deeg twee weken goed. Je kunt het deeg zelfs invriezen en drie maanden later nog gebruiken. 

Dit deeg moet namelijk rusten en koud worden, Maar waarom?

In dit deeg wordt in verhouding veel boter gebruikt. Als je de boter koud blijft tijdens het kenden, blijft ze in kleine stukjes verdeeld in het deeg. Tijdens het bakken smelten die stukjes boter langzaam. Er ontstaan dan kleine holtes en dat zorgt voor een luchtige en knapperige korst. Zou je direct na het kneden gaan uitrollen, dan wordt het deeg te warm. Warme boter mengt zicht volledig met het deeg. Dan krijg je ene zwaar en compact deeg in plaats van een kruimelige korst.

Koud deeg scheurt minder en is makkelijker te verwerken. Koud deeg blijft stevig, rolt mooi uit en scheurt minder. Verwar dit niet met droog deeg. Is het ei te klein, ben je iets uitgeschoten met het meel, of is mengt het meel wat je op tafel strooide tegen het plakken met de rest van het deeg, dan kan het deeg te droog zijn. Maak dan je handen nat en kneed het deeg opnieuw. Herhaal dit eventueel nog een keer. Niet te lang kneden, want warm deeg plakt en wordt slap. 

De magie van gluten. Tijdens het kneden ontwikkel je gluten. Bij brooddeeg wil je daar heel veel van hebben, vandaar dat brood minimaal een kwartier gekneed wordt. In appeltaart wil je wel wat lucht, maar geen opgeblazen bal. Door het kort kneden ontwikkelen zich wat gluten. Het deeg wordt iets elastisch en kan daardoor luchtig worden. Actieve gluten maken dat het deeg elastisch. Echter, de combinatie van de boter en de gluten maakt dat het deeg kan gaan krimpen. Dat wil je nu juist niet. Door het deeg te laten rusten en koud te laten worden, ontspannen de gluten, krimpt het deeg niet en blijft de taart netjes in de vorm

🔥 Bereiding – zo maak je die heerlijke appeltaart

  1. De appels schillen en snijden
    Schil de appels en snijd ze in mooie stukjes. Niet te dun, want dan worden ze moes — en juist die structuur wil je behouden!

  2. Maak het kruimeldeeg
    Meng de bloem, boter, suiker en kaneel in de keukenmachine tot een kruimelig deeg. Zo krijg je straks die perfecte kruimellaag.

  3. Oven voorverwarmen
    Zet alvast de oven aan op 180 graden. Terwijl dat opwarmt, kun je de springvorm klaarmaken — een soort mini-bakkerijproductielijn die je straks een hoop geknoei bespaart. De omschrijving van de bakkerij heb ik overigens niet zelf bedacht, had ik ergens een keer gelezen, maar geeft wel een hele duidelijke omschrijving van de werkwijze. 

  4. De springvorm
    Vet de springvorm in met boter en bestuif met bloem.

    Verdeel de appels over de bodem van de springvorm. Verdeel het kruimeldeeg over de appels.

  5. Bakken
    Bak de appeltaart in ongeveer 60 minuten goudbruin en gaar.
  6. Serveren
    Laat de appeltaart iets afkoelen voordat je hem aansnijdt. Serveer eventueel met een bolletje ijs of slagroom.

  7. Klaar om te serveren!
    Serveer met een bolletje ijs of slagroom.

Samenvatting:

👩‍🍳 Stap-voor-stap samenvatting

🔪 1. Snijden
Schil de appels en snijd ze in stukjes.

🥣 2. Kruimeldeeg maken
Meng de bloem, boter, suiker en kaneel tot een kruimelig deeg.

🍽️ 3. Springvorm klaarzetten
Vet de springvorm in met boter en bestuif met bloem.

🥩 5. Vorm vullen
Verdeel de appels over de bodem en verdeel het kruimeldeeg over de appels.

🍳 6. Bakken
Bak de appeltaart in ongeveer 60 minuten goudbruin en gaar.

Klaar om te serveren!
Serveer met een bolletje ijs of slagroom.

 

Blijf op de hoogte van al onze nieuwe recepten